Het zelf opzetten van een mandala lijkt ingewikkeld. Toch is het, met in het begin enige hulp, voor iedereen bereikbaar.

Je start met een vierkant papier, wat je voorzichtig vastmaakt op een karton, zodat het niet verschuift.

Je bepaalt het middelpunt van je papier en dat is de basis voor je cirkel.

Met je passer maak je een aantal cirkels rondom het midden, je laat je leiden door een inspiratiebron, of door je eigen intuïtie.

Je kan je cirkels in een aantal gelijke vlakken verdelen. (zoals een taart of pizza). Je potloodlijnen zijn hulplijnen, deze hoef je later niet meer terug te zien.

Start vanuit het midden en zet in elk 'hokje' eenzelfde lijntje, tot je weer bij het eerste bent aangekomen. Zo kan je de hele mandala vol maken.

Werk met de klok mee, zorg dat je altijd weet wat de bovenkant van je tekening is.

Let op een mooie vlakverdeling, niet alles hoeft ingekleurd te worden.

Bekijk regelmatig tussendoor je werk op een afstandje.

Jij bepaalt zelf wanneer je tevreden bent. Laat je niet opjagen of bekritiseren door een ander, het is jouw tekening.